1. vreemdeling
Ik ben een vreemdeling hier.
De vreemdeling spreekt Japans alsof het zijn moedertaal was.
2. onbekend
De oorzaak van de brand was onbekend.
Onbekend maakt onbemind.
Niderlandzkie słowo "sconosciuto" (onbekend) występuje w zestawach:
Frasi olandese