słownik polsko - niderlandzki

język polski - Nederlands, Vlaams

publiczność po niderlandzku:

1. het publiek het publiek



Niderlandzkie słowo "publiczność" (het publiek) występuje w zestawach:

Grudzień 2023

2. publiek publiek


Ik ben niet gewend voor publiek te spreken.
Ge zijt zo een vriendelijk publiek.
Dit zwembad is geopend voor het publiek.
Het publiek is de beste rechter.
Als de Esperanto-versie van Wikipedia - of andere sites zoals Tatoeba - één van de belangrijkste taalversies wordt, zou dit een publiek van buitenstaanders motiveren om onze taal te leren.
Wijsheid is nodig om wijsheid te verstaan: muziek bestaat niet voor een doof publiek.
Ik heb besloten alle vragen publiek te beantwoorden.

Niderlandzkie słowo "publiczność" (publiek) występuje w zestawach:

lekcja z książki

3. toehoorders toehoorders


Zijn toespraak maakte indruk op de toehoorders.
Er waren veel toehoorders op het concert.

4. het publiek van het publiek van



Niderlandzkie słowo "publiczność" (het publiek van) występuje w zestawach:

Usłyszane 87