słownik polsko - niderlandzki

język polski - Nederlands, Vlaams

twardy po niderlandzku:

1. hard


Goede studenten studeren hard.
Werk heel hard.
Hij werkt hard om zijn groot gezin te onderhouden.
Ze sloeg hard op de bal.
Hoe hard je ook "Oe-oe!" roept, in een wolf verander je toch niet.
Het leven is hard, maar ik ben harder.
Het regende hard de hele dag door.
Ik werkte de hele dag hard, dus ik was erg moe.
Ik kan net zo hard rennen als Bill.
Het geluid staat erg hard.
Ge hebt maanden hard gewerkt, en ge verdient zeker een vakantie.
Van hard werken is nog nooit iemand dood gegaan. Maar waarom het risico nemen?!
Hoe hard je het ook probeert, Engels leer je niet in twee, drie maanden.
Het is een goed idee zich te bedekken als de zon zo hard schijnt.
Ga niet naar buiten, het regent hard.

Niderlandzkie słowo "twardy" (hard) występuje w zestawach:

300 określeń po niderlandzku 1 - 50

2. taai



Niderlandzkie słowo "twardy" (taai) występuje w zestawach:

Rozmowa o pracę

3. keihard



Niderlandzkie słowo "twardy" (keihard) występuje w zestawach:

Woordzoeker cz. 1

4. stoer



Niderlandzkie słowo "twardy" (stoer) występuje w zestawach:

WAT IS ER AAN DE HAND?