słownik polsko - niderlandzki

język polski - Nederlands, Vlaams

znaczyć po niderlandzku:

1. gemeen gemeen


Dit is wat wiskundigen en Fransen gemeen hebben: wat je hen ook probeert uit te leggen, ze vertalen het op hun eigen manier en verdraaien het in iets wat helemaal anders is.
Maar we hebben helemaal niets gemeen.

Niderlandzkie słowo "znaczyć" (gemeen) występuje w zestawach:

Podstawowe zwroty - niderlandzki

2. betekenen


Volgend jaar zouden zonnestormen een ramp kunnen betekenen voor het elektriciteitsnet.

Niderlandzkie słowo "znaczyć" (betekenen) występuje w zestawach:

czasowniki pl - nd