słownik portugalsko - niderlandzki

português - Nederlands, Vlaams

pista po niderlandzku:

1. spoor spoor


We moesten rennen om onze overstap te halen. Om twee voor half drie kwamen we aan op spoor één, en om één over half zou onze trein vertrekken van spoor achttien.
Neem om het even welke trein op spoor 5.

2. startbaan startbaan



3. aanwijzing aanwijzing


Gelieve deze aanwijzing niet op te volgen.