→ Most Common Dutch Words 351 - 400 → Rozpocznij Naukę / Ściągnij Fiszki MP3

Pytanie		Odpowiedź
look for, search for They've been looking for work for three months. rozpocznij naukę		zoeken infinitive, 1st, 2nd and 3rd person plural Zij zoeken werk voor drie maanden.
glad, happy I'm happy for your success. rozpocznij naukę		blij Ik ben blij met jouw succes.
speak My parents speak three languages. rozpocznij naukę		spreken infinitive, 1st, 2nd and 3rd person plural Mijn ouders spreken drie talen.
talk, talks He always talks a lot. rozpocznij naukę		praat "praten" in 1st, 2nd and 3rd person singular; also imperative form Hij praat altijd veel.
bad, poor Recently I've been sleeping very badly. rozpocznij naukę		slecht also adverbs De laatste tijd slaap ik erg slecht.
right, correct The answer is right. rozpocznij naukę		juist Het antwoord is juist.
believe, think We believe in God. rozpocznij naukę		geloven infinitive, 1st, 2nd and 3rd person plural We geloven in God.

+43 fiszki
Lekcja jest częścią kursu
"Top 1000 Dutch Words "
(w sumie 1 000 fiszek)

Wypróbuj kurs za darmo

Most common Dutch words 351 - 400