→ Czas. Niereg. B → Rozpocznij Naukę / Ściągnij Fiszki MP3

Pytanie		Odpowiedź
bakken, bakte/bakten, h. gebakken rozpocznij naukę		piec, smazyc
bedenken, bedacht/bedachten, h. bedacht rozpocznij naukę		wymyslic
bedragen, bedroeg/bedroegen, h. bedragen rozpocznij naukę		wynosic
beginnen, begon/begonen, is begonen rozpocznij naukę		zaczac(sie)
begrijpen, begreep/begrepen, h. begrepen rozpocznij naukę		rozumiec
beschrijven, beschreef/beschreven, h. beschreven rozpocznij naukę		opisac
bespreken, besprak/bespraken, h. besproken rozpocznij naukę		omowic
bestaan, bestond/bestonden, h. bestaan rozpocznij naukę		istniec
bewegen, bewoog/bewogen, h. bewogen rozpocznij naukę		ruszac(sie)
bezoeken, bezocht/bezochten, h. bezocht rozpocznij naukę		odwiedzic
bieden, bood/boden, h. geboden rozpocznij naukę		ofiarowac
bidden, bad/baden, h. gebeden rozpocznij naukę		modlic(sie)
binden, bond/bonden, h. gebonden rozpocznij naukę		wiazac
blijken, bleek/bleken, is gebleken rozpocznij naukę		okazac(sie)
blijven, bleef/bleven, is gebleven rozpocznij naukę		zostac
breken, brak/braken, h. gebroken rozpocznij naukę		przerwac, zlamac
brengen, bracht/brachten, h. gebracht rozpocznij naukę		wziasc ze soba
buigen, boog/bogen, h. gebogen rozpocznij naukę		zgiac
behouden, behield/behielden, h. behouden rozpocznij naukę		zachowac, utrzymac
bekijken, bekeek/bekeken, h. bekeken rozpocznij naukę		zobaczyc
besluiten, besloot/besloten, h. besloten rozpocznij naukę		(za) decydowac
betreffen, betrof/betroffen, h. betroffen rozpocznij naukę		dotyczyc, odnosic (sie)
betrekken, betrok/betrokken, h. betrokken rozpocznij naukę		wlasciwy, zachmurzony
bevallen, beviel/bevielen, is bevallen rozpocznij naukę		urodzic(sie)

czas. niereg. b

Musisz się zalogować, by móc napisać komentarz.