5.1 Werk! (B1)

 0    33 fiszki    w464jhbkjf
ściągnij mp3 drukuj graj sprawdź się
 
Pytanie Odpowiedź
zmniejszać
rozpocznij naukę
afnemen
De wind is afgenomen, het waait nu veel minder.
rynek pracy
rozpocznij naukę
de arbeidsmarkt
De kansen op de arbeidsmarkt voor monteurs zijn goed. Ze kunnen direct aan de slag.
kultura
rozpocznij naukę
cultuur
Ik ben gek op cultuur; ik ga graag naar de bioscoop en museums.
z drugiej strony
rozpocznij naukę
daarentegen
Ik verdien weinig. Mijn partner daarentegen verdient veel.
gospodarczy
rozpocznij naukę
economisch
De economische gevolgen van corona waren groot. Veel bedrijven hadden financiële problemen.
handel
rozpocznij naukę
de handel
Ali heeft een baan in de handel. Hij koopt en verkoopt tweedehands auto’s.
branża gastronomiczna
rozpocznij naukę
de horeca
Met een baan in de horeca werkt Alex vaak ‘s avonds en in het weekend.
ITC
rozpocznij naukę
de ITC
In de ITC is er veel werk. Werknemers werken overal met computers.
mieć problem z
rozpocznij naukę
kampen met
Karlijn kampt met stress; het is ongelooflijk druk op haar werk.
logistyka
rozpocznij naukę
de logistiek
De supermarkt is bijna leeg; er is een groot probleem met de logistiek.
sektor
rozpocznij naukę
de sector
In welke sector werk jij? In de zorg of het onderwijs?
połączyć
rozpocznij naukę
verbinden
Hoe moet ik mijn telefoon met het internet verbinden?
podział
rozpocznij naukę
de verdeling
De verdeling van de erfenis was niet eerlijk. Ik kreeg minder dan Carlos.
kryzys
rozpocznij naukę
de crisis
Dit land heeft geen regering; er is een politieke crisis.
w związku z tym
rozpocznij naukę
daardoor
Emine is ziek. Daardoor kan ze niet gaan werken.
doświadczyć
rozpocznij naukę
ervaren
Daan heeft in het buitenland gewoond. Hoe heeft hij dat ervaren?
przedsiębiorca
rozpocznij naukę
de ondernemer
Als ondernemer ben je je eigen baas. Dat heeft voor- en nadelen.
pakiet
rozpocznij naukę
het pakket
Die man heeft net een pakket van een internetwinkel bezorgd.
wzrost
rozpocznij naukę
stijgen
De olieprijzen zijn gesteden. We betalen meer dan vorig jaar.
niedobór (czegoś)
rozpocznij naukę
het tekort (aan)
In het onderwijs is er een tekort aan mannen. Er zijn weinig meesters.
transport
rozpocznij naukę
het transport
Mijn partner regelt het transport bij onze verhuizing. Hij gaat een vrachtwagen huren.
ziewać
rozpocznij naukę
gapen
zapakować
rozpocznij naukę
inpakken
przytulać
rozpocznij naukę
knuffelen
masaż
rozpocznij naukę
masseren
pompować
rozpocznij naukę
oppompen
wystąpić
rozpocznij naukę
optreden
obierać
rozpocznij naukę
schillen
wstrzymaj się
rozpocznij naukę
tegenhouden
rozdawanie
rozpocznij naukę
uitdelen
wyciągać
rozpocznij naukę
uittrekken
zmiana (pieluche np)
rozpocznij naukę
verschonen
machać
rozpocznij naukę
zwaaien

Musisz się zalogować, by móc napisać komentarz.