|
Pytanie |
Odpowiedź |
|
rozpocznij naukę
|
|
Wandelen is leuk en bovendien gezond!
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Ik wil goed leren typen. Hoeveel lessen heb je daarvoor nodig?
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Ondanks de scheiding zijn mijn ex-partner en ik nog altijd goede vrienden.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Ik heb fysiek zwaar werk. ‘s Avonds heb ik vaak last van mijn rug.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Mijn dochtertje heeft een rustige en lieve persoonlijkheid.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Ook op drukke momenten blijf ik rustig. Ik ben echt stressbestendig!
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Als je in de ICT wilt werken, moet je goede digitale vaardigheden hebben. Je moet goed met computers kunnen werken.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Deze schoenenwinkel heeft vastigingen in Leiden en in Den Haag.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Op welke dag wil je graag afspreken? Ik ben deze week flexibel.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Bas is gemotiveerd om zijn studie af te maken want als hij zijn diploma heeft, krijgt hij direct een baan op zijn vroegere stageplek.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Ik weet nog niet of ik de baan krijg, want er zijn veel goede kandidaten voor deze vacature.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Vriendelijkheid en geduld zijn belangerijke kwaliteiten voor een verkoper.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
De woonwinkel heeft één tafel in de winkel en vijf in het magazijn.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Ik ben bang voor water. Dus je kunt me niet overtuigen om mee te gaan naar het zwembad.
|
|
|
planować, planujemy, planujecie, planują rozpocznij naukę
|
|
Mijn agenda is vol; ik heb deze week veel gepland!
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Ik houd niet van theorie. Ik ben liever praktisch bezig.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
De kok voegt zout aan de soep toe. Zo krijgt de soep meer smaak.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Heb jij die prachtige kast gemaakt? Dat heb je uitstekend gedaan.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Regenachtig weer komt vaak voor in Engeland.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Onze bruiloft was zo’n prachtige dag!
|
|
|
