|
Pytanie |
Odpowiedź |
Chciałbym umówić się na spotkanie z... rozpocznij naukę
|
|
Ik wil graag een afspraak maken met...
|
|
|
Czy mogę umówić się na...? rozpocznij naukę
|
|
Kan ik voor ... een afspraak maken?
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Nee, dan kan ik helaas niet.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
|
|
|
Czy da się to zrobić...? / Czy to możliwe...? rozpocznij naukę
|
|
Kan het op...? / Kan het om...?
|
|
|
Czy można to zrobić wcześniej/później? rozpocznij naukę
|
|
Kan het ook eerder / later?
|
|
|
Dziękuję. Więc wizytę mam w środę o 12:00. Czy to prawda? rozpocznij naukę
|
|
Dankuwel. Dus mijn afspraak is op woensdag om 12 uur. Klopt dat?
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Eva is bijna klaar met haar opleiding: ze studeert in juli af.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Dit is de cv-ketel. Deze installatie maakt het water warm voor de douche en voor de verwarming.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Deze soort vogel heeft twee duidelijke kenmerken: hij is heel klein en helemaal blauw.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Als je op school problemen hebt, kun je met je mentor praten.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Aron koopt onderdelen voor een fiets en monteert zelf de fiets in zijn tuin.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Lisa ontwerpt kleiding. Ze heeft heel veel mooie ideeën.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Yusuf probeert een paar auto’s uit, voordat hij een nieuwe auto koopt.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Mijn vak is eigenlijk metselen, maar ik werk al tien jaar als groenmedewerker.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
De regisseur maakt een vervolg op zijn eerste film, omdat hij veel positieve reacties kreeg.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Wil je pizza of patat? Ik heb een voorkeur voor pizza.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Bij de voorlichting krijgt Aster informatie over haar nieuwe studie.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Er is veel werkgelegenheid voor leraren op middelbare scholen, dus je vindt snel een baan.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Ik heb alleen maar een flesje water bij mij. Verder heb ik geen eten of drinken meegenomen.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
De kunstenaar besteedt veel aandacht aan de details in haar schilderijen. Zelfs de kleinste dingen heeft ze prachtig geschilderd.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Doordeweeks zit ik op kantoor, maar in het weekend ga ik altijd op reis.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Jing heeft het formulier gedeeltelijk ingevuld. Ze heeft nog niks ingevuld bij adres en telefoonnummer.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Ik ga de hele dag wandelen, dus hopelijk gaat het niet regenen.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Eva is in het algemeen een gezonde vrouw. Maar ze wordt wel snel verkouden.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Carlos gaat niet deze week maar komende week op vakantie.
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
Marisol gaat verhuizen. Ze haalt de kast uit elkaar en pakt alle onderdelen apart in.
|
|
|
Co powoduje Twoje wątpliwości? rozpocznij naukę
|
|
Wat zorgt voor je twijfels?
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
|
|
|
|
rozpocznij naukę
|
|
In mijn werk houd ik me bezig met bewoners douche en eten geven.
|
|
|
