Goedemorgen Patrick. Ik ben een beetje moe. Ik wil naar huis gaan. Ik heb gisteren tot 10 uur ’s avonds gewerkt. Vandaag ben ik om 6 uur opgestaan. We hebben nog steeds geen mensen.
Goedemorgen Patrick. Ik ben een beetje moe. Ik wil naar huis gaan. Ik heb gisteren tot 10 uur gewerkt. Vandaag ben ik om 6 uur opgestaan. We hebben nog geen mensen.
Dzień dobry Patrick. Jestem trochę zmęczony. Chcę iść do domu. Wczoraj pracowałem do 10. Dzisiaj wstałem o 6. Nadal nie mamy ludzi.
Goedemorgen Patrick. Ik ben een beetje moe. Ik wil naar huis gaan. Ik heb gisteren tot 10 uur ’s avonds gewerkt. Vandaag ben ik om 6 uur opgestaan. We hebben nog steeds geen mensen.