Deel 18 Woorden van Nederland

 0    29 fiszek    bbhhjfdj
ściągnij mp3 drukuj graj sprawdź się
 
Pytanie Odpowiedź
beginnen: wik begin om negen uur met werken
rozpocznij naukę
بداية العمل: أبدأ العمل في الساعة التاسعة
begrijpen: ik begrijp de uitleg van de leraar
rozpocznij naukę
أفهم: أفهم شرح المعلم
bellen: ik bel mijn vriend vanavond
rozpocznij naukę
مكالمة: سأتصل بصديقي الليلة
Het bier: hij drinkt graag bier met vrienden
rozpocznij naukę
البيرة: يحب شرب البيرة مع الأصدقاء
blijven: ik blijf tuis vandaag
rozpocznij naukę
البقاء: سأبقى في المنزل اليوم
deze: deze jas van mij
rozpocznij naukę
هذا: معطفي هذا
die: die man is mijn buurman
rozpocznij naukę
ذلك: ذلك الرجل هو جاري
echt: het is echt een mooie dag
rozpocznij naukę
حقاً: إنه يوم جميل حقاً
eten: we eten samen met restaurant
rozpocznij naukę
الطعام: نتناول الطعام معاً في المطعم
genoeg: ik heb genoeg water gedronken
rozpocznij naukę
كفى: لقد شربت كمية كافية من الماء
gezellig: het was een gezellige avond
rozpocznij naukę
مريح: لقد كانت أمسية لطيفة
heel: ik ben heel blij met mijjn cadeua
rozpocznij naukę
أنا سعيد جداً بهديتي.
de keer: ik ben drie keer naar Prijs geweest
rozpocznij naukę
الوقت: ذهبت إلى برايس ثلاث مرات
later: ik bel je later terug
rozpocznij naukę
لاحقاً: سأتصل بك لاحقاً
Het lawaai: er is veel lawaai op straat
rozpocznij naukę
الضوضاء: هناك الكثير من الضوضاء في الشارع
luisteren: ik luister naar muziek
rozpocznij naukę
أستمع: أستمع إلى الموسيقى
rustig: blijf rustig tijdens het examen
rozpocznij naukę
الهدوء: حافظ على هدوئك أثناء الامتحان
uitnodigen: ik nodig mijn vrienden uit voor het feestje
rozpocznij naukę
دعوة: أدعو أصدقائي إلى الحفلة
De vakantie: wij gaan op vakantie naar Italie
rozpocznij naukę
العطلة: سنذهب في عطلة إلى إيطاليا
Het voetbal: hij speelt voetbal in het weekend
rozpocznij naukę
كرة القدم: يلعب كرة القدم في عطلة نهاية الأسبوع
vrijdag; wij hebben vrijdag vergadering
rozpocznij naukę
يوم الجمعة؛ لدينا اجتماع يوم الجمعة
weer: het weer is mooi vandaag
rozpocznij naukę
الطقس: الطقس جميل اليوم
weg: ik ga weg naar school
rozpocznij naukę
بعيدًا: أنا ذاهب إلى المدرسة
Het bezoek: wij krijgen bezoek van mijn oom
rozpocznij naukę
الزيارة: نتلقى زيارة من عمي
binnenkomen: kom binnen het is gezellig hier
rozpocznij naukę
تفضل بالدخول: تفضل بالدخول، إنه مكان مريح هنا
eruitzien; jij ziet er moe uit
rozpocznij naukę
انظر؛ تبدو متعباً
geven: ik geef een cadeua aan mijn vriend
rozpocznij naukę
أُهدي: أُهدي هدية لصديقي
horen: ik hoor de vogels buiten
rozpocznij naukę
أسمع: أسمع تغريد الطيور في الخارج
huilen: het kind begint te huilen
rozpocznij naukę
البكاء: يبدأ الطفل بالبكاء

Musisz się zalogować, by móc napisać komentarz.