Redemittel Kapitel 7

 0    47 fiszek    Svennieboyy_03
ściągnij mp3 drukuj graj sprawdź się
 
Pytanie Odpowiedź
Ik ben blij dat het weer beter met je gaat.
rozpocznij naukę
Ich bin froh, dass es dir wieder besser geht.
Dat is jammer.
rozpocznij naukę
Das ist schade.
Dat spijt me.
rozpocznij naukę
Das tut mir Leid.
Dat is nogal stom.
rozpocznij naukę
Das ist aber blöd.
Dat kan me niet schelen.
rozpocznij naukę
Das ist mir egal.
Ik heb kiespijn.
rozpocznij naukę
Ich habe Zahnschmerzen.
Wat is er aan de hand?
rozpocznij naukę
Was ist los?
Zij is altijd heel moe.
rozpocznij naukę
Sie ist immer sehr müde.
Ben je ziek.
rozpocznij naukę
Bist du krank?
Waar heb je pijn?
rozpocznij naukę
Wo hast du Schmerzen?
Lust jij thee? Nee, dat lust ik niet.
rozpocznij naukę
Magst du Tee? Nein, das schmeckt mir nicht.
Ik vind de dokter heel aardig.
rozpocznij naukę
Ich finde den Arzt sehr nett.
Neem jij vaak hoofdpijn tabletten.
rozpocznij naukę
Nimmst du oft Kopfschmerztabletten.
Voel je je misselijk? Ik ben duizelig.
rozpocznij naukę
Fühlst du dich schlecht? Mir ist schwindlig.
Ik heb koorts.
rozpocznij naukę
Ich habe Fieber.
ik ben verkouden.
rozpocznij naukę
Ich bin erkältet.
Het gaat beroerd met mij.
rozpocznij naukę
Es geht mir mies.
Mijn hoofd doet pijn.
rozpocznij naukę
Mein Kopf tut weh.
Ik ben misselijk.
rozpocznij naukę
Mir ist übel.
Neem een tablet.
rozpocznij naukę
Nimm eine Tablette.
Eet veel fruit en drink veel water.
rozpocznij naukę
Iss viel Obst und trink viel Wasser.
Ga veel wandelen.
rozpocznij naukę
Geh viel spazieren.
ik moet naar de dokter gaan.
rozpocznij naukę
Ich muss zum Arzt gehen.
Helaas kan ik niet naar het feest komen
rozpocznij naukę
Leider kann ich nicht zur Party kommen.
Hopelijk heb ik morgen geen keelpijn meer.
rozpocznij naukę
Hoffentlich habe ich morgen keine Halsschmerzen mehr.
Mijn moeder is naar de apotheek gegaan.
rozpocznij naukę
Meine Mutter is in die Apotheke gegangen.
Hoe lang ben je?
rozpocznij naukę
Wie groß bist du?
Meneer Blasic is 1.80m lang.
rozpocznij naukę
Herr Blasic ist 1.80 m. groß.
Het zou helemaal te gek zijn als ik zou afvallen.
rozpocznij naukę
Es wäre richtig super, wenn ich abnehmen würde.
Het belangrijkste is dat je er plezier aan hebt.
rozpocznij naukę
Das Wichtigste ist, dass du Spaß daran hast.
Denk er eens over na om vegetariër te worden.
rozpocznij naukę
Überleg es dir mal, Vegetarier zu werden.
Sport is niet mijn ding.
rozpocznij naukę
Sport ist nicht mein Ding.
Is er bij jullie ook een sportschool?
rozpocznij naukę
Gibt es bei euch auch ein Fitness-Studio?
Twee keer per week ga ik naar de sauna.
rozpocznij naukę
Zwei Mal pro Woche gehe ich in die Sauna.
Ik ga met de fiets naar school.
rozpocznij naukę
Ich fahre mit dem Fahrrad in die Schule.
Hoe laat ga je naar bed?
rozpocznij naukę
Wie spät gehst du ins Bett?
Hij is er vandaag niet. Hij ligt in bed.
rozpocznij naukę
Er ist heute nicht da. Er liegt im Bett.
Hoe vaak ben je ziek?
rozpocznij naukę
Wie oft bist du krank?
Hoeveel weeg je?
rozpocznij naukę
Wie viel wiegen Sie?
Ik weeg op het moment 60 kg.
rozpocznij naukę
Ich wiege zur Zeit 60 kg.
Welke sport doe je?
rozpocznij naukę
Welchen Sport treibst du?
Ik doe sinds een jaar fitness.
rozpocznij naukę
Ich mache seit einem Jahr Fitness.
Wat eet je bij het ontbijt?
rozpocznij naukę
Was isst du zum Frühstück?
Ik eet fruit.
rozpocznij naukę
Ich esse Obst.
Helaas is er geen ontbijt in het hotel.
rozpocznij naukę
Leider gibt es kein Frühstück im Hotel.
Ik rook niet.
rozpocznij naukę
Ich rauche nicht.
Gemiddeld een keer per maand heb ik hoofdpijn.
rozpocznij naukę
Durchschnittlich einmal im Monat habe ich Kopfschmerzen.

Musisz się zalogować, by móc napisać komentarz.