1. behalve
In deze wereld kan niets zeker genoemd worden, behalve de dood en belastingen.
Welke garneringen wil je op de pizza? "Alles behalve ansjovis."
Ieder van ons, behalve hij, ging.
Behalve Engels geeft hij ook wiskunde.
Vanmorgen is bij een aanvaring tussen een binnenvaartschip en een veerpont ten minste één persoon om het leven gekomen. Het is niet bekend of er, behalve de schipper, nog andere opvarenden op de veerpont waren.
Er kwamen allen behalve Kirsten.
Het zijn allemaal kannibalen hier, behalve ik, ik word alleen maar opgegeten.
Behalve van een verstopte neus, heb ik ook last van verhoging.
Iedereen is aangekomen, behalve John.
Er was niets in de kamer, behalve een oude stoel.
Behalve dan dat het hier niet zo eenvoudig is.
Mijn Engels is alles behalve goed.
Ik weet niets van hem, behalve zijn naam.
Ik hou van vruchten behalve bananen.
Een dichter kan alles overleven, behalve een drukfout.