1. lang
Lang niet gezien.
De telefoon ging behoorlijk lang over.
De jeugd heeft tegenwoordig een voorkeur voor lang haar.
Het duurt niet lang meer voordat de wintervakantie afgelopen is.
Nadat hij tien seconden lang naar een Arabisch liedje had geluisterd, hoorde Dima eindelijk een bekende stem zeggen: "As-salamoe aleikoem!"
De gevangenisbewaarders zullen vanaf middernacht drie dagen lang staken.
Wilt ge vlees lang bewaren, vries het dan in.
Laat ons vrolijk zijn, laat ons het leven goed gebruiken, want het leven is niet lang.
Enige tijd lang keek ze mij alleen maar aan.
Na zo lang werken is rust meer dan welkom.
Hippopotomonstrosesquipedaliofobie is een lang woord, hè? "Ja, maar weet je wat het betekent?" "Nee, eigenlijk niet." "Het betekent angst voor lange woorden." "Wat ironisch."
De kopers waren doodop want zij hadden lang gewandeld.
Zijn de kindertjes al naar bed, of spelen ze nu nog buiten? "Ze liggen al lang in de veren."
Klaar! Dat duurde niet lang, wel?
De appels op de fruitschaal lagen er al zo lang, dat ze helemaal zacht en gerimpeld begonnen te worden.
2. hoog
Vind je niet dat de belastingen in Japan te hoog zijn?
Ik hou van deze flat. De ligging is goed en bovendien is de huur niet zo heel hoog.
Spring zo hoog mogelijk.
Hoe hoog is het?
Dit gebouw is hoog.
Televisie kan een belangrijke cultuurbron zijn en haar schooluitzendingen staan in veel scholen hoog aangeschreven.
Vliegt hoog de koe en laag het kind, dan is dat wel een wervelwind.
Veel huisvrouwen klagen dat de prijzen zeer hoog zijn.
Spring! Geen schrik! Het is niet heel hoog!
Hij heeft de professor hoog op.
Stoeltjesliften vind ik eng; ik hou er niet van zo hoog boven de grond aan een draadje te bungelen.
Een vogel vloog hoog in de lucht.
Als je niet met je voeten bij de grond kunt, moet je het zadel verstellen, want dan staat het te hoog.
De boom is even hoog als de omheining.
Een walnoot is goed voor je gezondheid, als je cholesterol niet zeer hoog is.