słownik niemiecko - niderlandzki

Deutsch - Nederlands, Vlaams

tasche po niderlandzku:

1. tas tas


Van wie is deze tas?
Welke tas is van jou?
Deze tas is in geen enkele winkel verkrijgbaar.
Hij dronk een tas thee en vroeg er nog een.
Is dit jouw tas of de zijne?
Geef mij een tas melk alstublieft.
Mag ik een papieren tas?
Breng ons alstublieft twee tassen thee en een tas koffie.
Men heeft mijn tas gestolen.
De jongeman stal haar tas.
Hij draagt een tas op zijn rug.
Wilt ge een tas koffie?
Daarna ging ik daar weg, maar ik kwam er achter dat ik mijn tas vergeten was.
Deze doos is zo groot dat hij niet in mijn tas past.
Mijn tas is te oud. Ik moet een nieuwe kopen.