słownik grecko - niderlandzki

ελληνικά - Nederlands, Vlaams

Μάρτιος po niderlandzku:

1. maart maart


Eind maart gaan we trouwen.
Mijn verjaardag is 22 maart.
15 maart wordt mijn laatste schooldag.
Begin maart viel de dooi in en lag het meer al gauw vol ijsschotsen, en op één daarvan zat een klein, eenzaam poesje.

Niderlandzkie słowo "Μάρτιος" (maart) występuje w zestawach:

Maanden en seizoenen in het Grieks