słownik włosko - niderlandzki

italiano - Nederlands, Vlaams

ruota po niderlandzku:

1. wiel wiel


Ze zijn eindelijk begonnen die weg opnieuw te asfalteren. Het werd ook tijd, zeg! Je kon er alleen nog zigzaggend fietsen als je geen slag in je wiel wilde krijgen van de gaten in het wegdek.

Niderlandzkie słowo "ruota" (wiel) występuje w zestawach:

Parti di un'auto in olandese