słownik łotewsko - niderlandzki

latviešu valoda - Nederlands, Vlaams

pajautā po niderlandzku:

1. vraagt vraagt


U zou toch moeten weten dat je een dame niet naar haar leeftijd vraagt.
Waarom vraagt u dat?
Ze vraagt mijn raad.
Doe wat hij je vraagt.
Wanneer men om geld vraagt, moet men bepaalde voorwaarden accepteren.
Deze vraagt valt buiten ons onderzoeksdomein.
Dit schilderij is niet waard wat u ervoor vraagt.
Vraagt en gij zult krijgen.
Ze zal komen als ge het haar vraagt.
Als je het mij vraagt, is Australië één van de beste landen in de wereld.
Uw broer vraagt om hulp.
Onderwijzen vraagt veel geduld.
Deze taak vraagt te veel van hem.
Wetenschap begint wanneer men vraagt naar het hoe en het waarom.
Hij helpt gelijk wie die hem om hulp vraagt.