słownik łotewsko - niderlandzki

latviešu valoda - Nederlands, Vlaams

zilonis po niderlandzku:

1. olifant olifant


Hij maakt graag van een mug een olifant.
Van een afstand gezien, lijkt de heuvel op een olifant.
Een olifant heeft een lange neus.
Wie heeft de grootste hersenen, een olifant of een mens?