słownik - - niderlandzki

- - Nederlands, Vlaams

Cha po niderlandzku:

1. vork


Het merendeel van de mensen die met een vork eten, woont in Europa, Noord-Amerika en Latijns-Amerika; mensen die met stokjes eten, wonen in Afrika, in het Nabije Oosten, in Indonesië en in India.
Hij heeft te veel hooi op de vork genomen.
Er ontbreekt een vork.
De juiste plaatswijze van een bestek is de vork aan de linkerzijde van het bord en het mes aan de rechterzijde alsook de lepel.
Wij gebruiken stokjes in plaats van vork en mes.