1. O
O jeetje... zuchtte Al Sayib. "Nou, hoeveel heb je nodig? Er staat iets van 10 mille op mijn offshore rekening te staan."
O, alles is net als altijd.
Het Franse alfabet bevat zesentwintig letters: a, b, c, d, e, f, g, h, i, j, k, l, m, n, o, p, q, r, s, t, u, v, w, x, y, z.
O! Laat eens zien.
O jee! Ik ben mijn portemonnee verloren.
In het Esperanto eindigt een zelfstandig naamwoord op een o. Het meervoud wordt gevormd door toevoeging van een j.
O, ja, dat herinner ik me.
Ik ben er weer! O, hebben we bezoek?
O jee, mijn witte broek! Hij was nieuw.
O, nou is het echt verwarrend...
O wee! Zo maak je je leven kapot!
O, als ik rijk was, kocht ik een huis in Spanje.
Vandaag is de melkboer begraven. Er was veel volk, want op het dorp kende iedereen hem. "O, is er in Linschoten een melkboer?" "Nou nee, nu dus niet meer!"
O, het is veel meer, glimlachte Dima. "Maar eigenlijk is dit een collect call. Dus jij bent de noob, want jij betaalt."
O mijn kleine zusje, waarom zeg je niets tegen me?
Niderlandzkie słowo "zuurstof" (O) występuje w zestawach:
Scheikunde A2 Chemie H1 atoomsoortenNiet metalen naam - symboolatoom symbolen