1. poten
Een hond heeft vier poten.
Na alle moeite die we ervoor gedaan hebben om dat project op poten te zetten, kostte het ze maar een seconde het onderuit te halen bij de bijeenkomst.
De kat heeft graag vis, maar maakt niet graag zijn poten nat.
Niderlandzkie słowo "łapki" (poten) występuje w zestawach:
slowka gewelddadig