1. pasen
Ze beloven ons gouden bergen, maar ik heb zo het vermoeden dat we op de vervulling van die beloften kunnen wachten tot de dag dat Pasen en Pinksteren op één dag vallen.
Met Pasen bloeien de kerselaars.
Niderlandzkie słowo "święta Wielkanocne" (pasen) występuje w zestawach:
lekcja 6 przydatne zwrotylekcja 3 poziom 2Słownictwo 2