słownik polsko - niderlandzki

język polski - Nederlands, Vlaams

cud po niderlandzku:

1. mirakel


Het was een echt mirakel.
Daar ze een fee was, kon ze een mirakel doen.

2. wonder


Het is geen wonder dat de jaren na de pensionering dikwijls de gouden jaren genoemd worden.
Geen wonder dat ge koppijn hebt, na al die drank gisteravond.

3. het wonder