słownik polsko - niderlandzki

język polski - Nederlands, Vlaams

opona po niderlandzku:

1. de band de band


Hij heeft de banden met zijn familie doorgesneden.

Niderlandzkie słowo "opona" (de band) występuje w zestawach:

Repetytorium Edek b2/c1 nl

2. band band


Kan je die lekke band nu herstellen?
Hij heeft de banden met zijn familie doorgesneden.
Geef mij de band alstublieft morgen terug.
Haar favoriete band is Warpaint.
Heeft u misschien een emmer water voor mij? Ik heb een lekke band.
De Melkweg is zichtbaar als een gigantische band van ver verwijderde sterren, elk op zich een zon zoals onze eigen zon.
Mijn fiets heeft een lekke band.
De band is lek.

Niderlandzkie słowo "opona" (band) występuje w zestawach:

rower i wszystko co z nim związane

3. de luchtband de luchtband



Niderlandzkie słowo "opona" (de luchtband) występuje w zestawach:

Lekcja 27-28