słownik polsko - niderlandzki

język polski - Nederlands, Vlaams

starsi po niderlandzku:

1. ouderen ouderen


Je moet beleefd zijn tegen ouderen.
Mijn ouders hebben mij het respect voor ouderen ingeprent.
Ik respecteer de ouderen.
De ouderen moeten gerespecteerd worden.
De jongeren respecteren de ervaring van de ouderen niet.
Ouderen hebben iets nodig om voor te leven.