słownik polsko - niderlandzki

język polski - Nederlands, Vlaams

zaledwie po niderlandzku:

1. nauwelijks


Ik heb nauwelijks iets gezien.
Ik kan u nauwelijks horen.
Nederland heeft helemaal geen bergen en het heeft nauwelijks heuvels 2 Ze waren nauwelijks thuis of ze begon weer ruzie te maken
Hij kent haar nauwelijks
Het regent nauwelijks.
Hij hangt maar de redenaar uit, maar raakt nauwelijks de onderwerpen aan die belang hebben voor het examen.
De sneltrein reed zo snel voorbij, dat we hem nauwelijks zagen.
We hebben nauwelijks genoeg tijd om te ontbijten.
Hij kan nauwelijks zijn naam schrijven.
Hij werd zo arm geboren dat hij nauwelijks naar school geweest is.
Ik kan zijn verhaal nauwelijks geloven.
Hij bezit nauwelijks 100 dollar.
Ik heb nauwelijks nog wat geld over.
Haar moeder had haar nauwelijks opgemerkt, of ze schreeuwde haar toe: "Wel, mijn kind?"

Niderlandzkie słowo "zaledwie" (nauwelijks) występuje w zestawach:

Les 2 Aardrijkskunde van Nederland

2. slechts


Zij stelt slechts belang in vissen en kakkerlakken.
Hij heeft niets slechts gedaan.
Het kost slechts tien dollar!
Slechts twee mensen overleefden de aardbeving.
De dood is slechts een horizon; en een horizon is niets anders dan de grens van ons gezichtsveld.
Er is slechts één ding dat we kunnen doen nu!
Verbaas u niet, verwonder u slechts.
Van alle natuurwetten erkennen veel mensen slechts de wet van de jungle.
Slechts zestien procent van de leraren van deze school is vrouwelijk.
De Europese Unie heeft 23 officiële talen die in theorie gelijke rechten hebben, maar in de praktijk slechts 3 werktalen: Engels, Frans en Duits.
Zoals altijd kon ik slechts hopen dat de politie me niet zou aanhouden.
In mijn geboortedorp wonen slechts tweeduizend mensen.
Het verleden kan men slechts kennen, niet veranderen. De toekomst kan men slechts veranderen, niet kennen.
Toen hij student was, ging hij slechts één keer naar de discotheek.
Het oude zomerhuis had slechts één bed, daarom sliepen we er om de beurt in.