słownik serbsko - niderlandzki

српски језик - Nederlands, Vlaams

тепих po niderlandzku:

1. tapijt tapijt


Hij ging op het tapijt.
De man en vrouw dragen een tapijt. Een persoon stofzuigt het tapijt.
Op een tapijt slapen is geweldig.
Op de vloer ligt een dik tapijt.

Niderlandzkie słowo "тепих" (tapijt) występuje w zestawach:

Woonkamer woordenschat in het Servisch
slaapkamer woordenschat in het Servisch
Meubels in het Servisch