→ CZ.1 → Rozpocznij Naukę / Ściągnij Fiszki MP3

Pytanie		Odpowiedź
pracować rozpocznij naukę		werken. ik werk. jij werkt
myśleć rozpocznij naukę		denken. ik denk. jij denkt
patrzeć, oglądać rozpocznij naukę		kijken. ik kijk. jij kijkt
siedzieć rozpocznij naukę		zitten. ik zit. jij zit
pływać rozpocznij naukę		zwemmen. ik zwem. jij zwemt
mieć rozpocznij naukę		hebben. ik heb. hij heeft
być rozpocznij naukę		zijn. ik ben. hij bent
wybierać rozpocznij naukę		kiezen. ik kies. hij kiest
mieszkać rozpocznij naukę		wonen. ik woon. hij woont
spać rozpocznij naukę		slapen. ik slaap. hij slaapt
kupić rozpocznij naukę		kopen. ik koop. zij koopt
robić wykonywać rozpocznij naukę		maken. ik maak. zij maakt
gotować rozpocznij naukę		koken. ik kook. zij kookt
nosić rozpocznij naukę		dragen. ik draag. zij draagt
skakać rozpocznij naukę		springen. ik spring. het springt
mowić rozpocznij naukę		spreken. ik spreek. het spreekt
robić rozpocznij naukę		doen. ik doe. het doet
stać rozpocznij naukę		staan. ik staa. het staat
przychodzić rozpocznij naukę		komen. ik kom. het komt
pchać rozpocznij naukę		duwen. ik duw. het duwt
ciągnąć rozpocznij naukę		Trekken. ik trek. jej trekt
sluchać rozpocznij naukę		luisteren. ik luster. jej luistert
zawiesić rozpocznij naukę		hangen. ik hang. jej hangt
rozmawiać rozpocznij naukę		praten. ik praat. hij praat
piec rozpocznij naukę		bakken ik bak. zij bakt
oferować rozpocznij naukę		bieden. ik bied. hij biedt

CZ.1