słownik polsko - niderlandzki

język polski - Nederlands, Vlaams

fajny po niderlandzku:

1. koel koel


Koel uw verbrande vinger met stromend water.

2. leuk leuk


Ik vind haar leuk.
Mijn hond vindt het leuk om in de sneeuw te dollen.
Het was leuk gisteravond.
Wat leuk!
Ik wist wel dat het vandaag leuk ging worden.
Eigenlijk vond ze het helemaal niet leuk, maar ze zei niets.
Het zou leuk zijn om te zien hoe alles in de loop van de jaren verandert.
Het zou leuk zijn als je kon zingen.
Als je het niet leuk vindt dan kan je weggaan.
Het concert was leuk, maar het was wel koud in de zaal.
Ik heb een leuk gesprek gehad met haar.
Ik had het leuk gevonden om "Casablanca" gezien te hebben, toen er over die film gesproken werd.
Tijd verdoen, als je het leuk vindt, is niet zinloos!
Vond je het leuk om naar exposities te gaan in Roemenië?
Vrouwen vinden mannen leuk die hen zich speciaal laten voelen.

3. Lekker Lekker


Wat een lekker warm water in zee!
De groenten, die ik op de markt heb gekocht, zijn vers en lekker.
Ons blauwe beddengoed hoeft niet gestreken te worden en is heel lekker zacht; je verheugt je er 's avonds altijd al op om naar bed te gaan!
Het is lekker!
Zo, lekker kopje koffie.
Gaat u lekker op de bank zitten en maak het uzelf gemakkelijk.
Ze maakt kip klaar op de manier die ik lekker vind.
Toen hij zijn naam hoorde, stond de kruising tussen een teckel en een vuilnisbakkenras op van onder de werkbank, waar hij had liggen slapen op de houtkrullen, rekte zich eens lekker uit en rende achter zijn baasje aan.
Trek niet zo'n vies gezicht, die soep is echt heel lekker.
Wilt u aan de chefkok zeggen dat het heel lekker was?
Lekker weertje hè?
Slaap lekker, Timmy.
Mijn vader zal morgen lekker eten voor mij klaarmaken.
Geen drank heb ik liever dan lekker water.
Ik ben niet lekker geworden van de oesters die ik gisteravond gegeten heb.

Niderlandzkie słowo "fajny" (Lekker) występuje w zestawach:

holenderskie słówka