słownik polsko - niderlandzki

język polski - Nederlands, Vlaams

zwalczać po niderlandzku:

1. strijden


Ooit zal er een tijd komen dat Esperanto, gemeenschappelijk bezit geworden van het hele mensdom, zijn karakter van een idee zal verliezen: dan zal het alleen maar een taal worden, men zal er niet meer om strijden, men zal er enkel nut blijven uit halen.

Niderlandzkie słowo "zwalczać" (strijden) występuje w zestawach:

Czasowniki holenderskie

2. bestreden



3. bestrijden


Ik heb wat medicijnen nodig om de pijn te bestrijden.

Niderlandzkie słowo "zwalczać" (bestrijden) występuje w zestawach:

Hoe ouder, hoe wijzer