1. wegen
Alle wegen leiden naar Rome.
In de verte hoor ik het geluid van zacht ruisende wegen.
De tijd is gekomen dat onze wegen scheiden.
De wegen staan vol met auto's.
De dikke lijnen op de kaart zijn wegen.
Er waren toen nog maar weinig wegen in Noord-Amerika.
Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen.