→ Deel 19 Woorden Van Nederland → Rozpocznij Naukę / Ściągnij Fiszki MP3

Pytanie		Odpowiedź
De jas; ik draag een warme jas in de winter rozpocznij naukę		المعطف؛ أرتدي معطفًا دافئًا في الشتاء
De jongen: de jongen speelt in de yuin rozpocznij naukę		الصبي: يلعب الصبي في اليوين
klein: mijn broer is klein rozpocznij naukę		صغير: أخي صغير
De koffie: ik drink elke ochtend koffie rozpocznij naukę		القهوة: أشرب القهوة كل صباح
lachen: wij lachen om de grap rozpocznij naukę		الضحك: نضحك على النكتة
lief: mijn kat is heel lief rozpocznij naukę		لطيف: قطتي لطيفة جداً
De melk: ik drink melk bij het ontbijt rozpocznij naukę		الحليب: أشرب الحليب على الإفطار
moe: na het werk ben ik moe rozpocznij naukę		متعب: أشعر بالتعب بعد العمل
slapen: ik ga vroeg slapen rozpocznij naukę		النوم: سأنام مبكراً
De suiker: ik doe suiker in mijn koffie rozpocznij naukę		السكر: أضع السكر في قهوتي
De thee: ik drink graag thee met citroen rozpocznij naukę		الشاي: أحب شرب الشاي مع الليمون
zelf: ik doe het zelf rozpocznij naukę		أنا: أقوم بذلك بنفسي
zitten: ik zit op de stoel rozpocznij naukę		أجلس: أنا جالس على الكرسي
zonder: ik drink koffie zonder suiker rozpocznij naukę		بدون: أشرب القهوة بدون سكر
zwart: ik draag een zwarte broek rozpocznij naukę		أسود: أنا أرتدي بنطالاً أسود
alles: alles is klaar voor het feest rozpocznij naukę		كل شيء جاهز للحفلة: كل شيء جاهز
beterschap: beterschap! ik hoop dat je snel beter wordt rozpocznij naukę		أتمنى لك الشفاء العاجل!
bezig: ik ben bezig met mijn huiswerk rozpocznij naukę		مشغول: أنا مشغول بواجباتي المدرسية
De broer: mijn broer speelt voetbal rozpocznij naukę		أخي: أخي يلعب كرة القدم
daar: ik woon daar vlakbij rozpocznij naukę		هناك: أعيش في مكان قريب
een beetje: ik ben een beetje moe rozpocznij naukę		قليلاً: أنا متعب قليلاً
eindelijk: eindelijk ben ik klaar met mijn huiswerk rozpocznij naukę		أخيرًا: انتهيت من واجباتي المنزلية
De groet: stuur mijn groeten aan je familie rozpocznij naukę		التحية: أبلغ تحياتي إلى عائلتك
lekker: deze taart is lekker rozpocznij naukę		لذيذة: هذه الكعكة لذيذة
lopen: ik loop naar school rozpocznij naukę		أمشي: أمشي إلى المدرسة
De moeder: mijn moeder kookt goed rozpocznij naukę		الأم: أمي تطبخ جيداً
morgen: morgen ga ik naar de markt rozpocznij naukę		غدًا: سأذهب إلى السوق غدًا
De paracetamol: ik neem de paracetamol tegen de hoofdpijn rozpocznij naukę		الباراسيتامول: أتناول الباراسيتامول لعلاج الصداع
prima: het gaat priema met mij rozpocznij naukę		بخير: أنا بخير تماماً
steeds: hij wordt steeds beter in Nederlands rozpocznij naukę		أكثر فأكثر: إنه يتحسن أكثر فأكثر في اللغة الهولندية
vervelend: het regent, dat is vervelend rozpocznij naukę		مزعج: إنها تمطر، هذا مزعج
De vriend: mijn vriend helpt mij met huiswerk rozpocznij naukę		الصديق: صديقي يساعدني في واجباتي المدرسية
De vriendin: mijn vriendin woont in Amsterdam rozpocznij naukę		صديقتي: صديقتي تعيش في أمستردام
waarom: waarom ben je laat? rozpocznij naukę		لماذا: لماذا تأخرت؟
warm: het is warm buiten rozpocznij naukę		دافئ: الجو دافئ في الخارج
Het weer: het weer is vandaag mooi rozpocznij naukę		الطقس: الطقس جميل اليوم
worden; ik wil dokter worden rozpocznij naukę		أريد أن أصبح طبيباً؛
ziek: ik ben ziek, ik blijf tuis rozpocznij naukę		مريض: أنا مريض، سأبقى في المنزل
Zo: zo doe je het goed rozpocznij naukę		إذن: هذه هي الطريقة الصحيحة للقيام بذلك
De zon: de zon schijnt vandaag rozpocznij naukę		الشمس: الشمس مشرقة اليوم
De zus: mijn zus is twee jaar jonger dan ik rozpocznij naukę		الأخت: أختي أصغر مني بسنتين

Deel 19 Woorden van Nederland

Musisz się zalogować, by móc napisać komentarz.