1. meedoen
Iedereen mag meedoen
2. toevoeg
3. aankoppelen
4. gevoegd
5. deelnemen
Ik zou aan het zomerkamp willen deelnemen.
Niet winnen is belangrijk, maar deelnemen.
6. aanschuiven
Niderlandzkie słowo "dołączyć" (aanschuiven) występuje w zestawach:
kolokwium - 8/9 rozdział