Moja lekcja

 0    113 fiszek    justinkapusta80
ściągnij mp3 drukuj graj sprawdź się
 
Pytanie Odpowiedź
de vriendin
rozpocznij naukę
(girl) friend
het restaurant
rozpocznij naukę
restaurant
de serveerster
rozpocznij naukę
waitress
de tafel
rozpocznij naukę
table
bij
rozpocznij naukę
at
het raam
rozpocznij naukę
window
gaan zitten
rozpocznij naukę
sit down
de menukaart
rozpocznij naukę
menu
alvast
rozpocznij naukę
in the meantime
het mineraalwater
rozpocznij naukę
mineral water
ik heb dorst
rozpocznij naukę
I’m thirsty
de dorst
rozpocznij naukę
thirst
het hoofdgerecht
rozpocznij naukę
main course
ik heb honger
rozpocznij naukę
I’m hungry
de honger
rozpocznij naukę
hunger
het voorgerecht
rozpocznij naukę
starter
misschien
rozpocznij naukę
perhaps
het nagerecht
rozpocznij naukę
dessert
de mosterdsoep
rozpocznij naukę
mustard soup
de mosterd
rozpocznij naukę
mustard
de soep
rozpocznij naukę
soup
erg
rozpocznij naukę
very
als
rozpocznij naukę
as
de biefstuk
rozpocznij naukę
steak
frietjes
rozpocznij naukę
chips
de salade
rozpocznij naukę
salad
de kip
rozpocznij naukę
chicken
de rijst
rozpocznij naukę
rice
het vlees
rozpocznij naukę
meat
toch
rozpocznij naukę
after all
vegetarische (vegetarisch)
rozpocznij naukę
vegetarian
de dagschotel
rozpocznij naukę
today’s special
kiezen
rozpocznij naukę
choose
eet smakelijk
rozpocznij naukę
bon appetit
het mes
rozpocznij naukę
knife
de vork
rozpocznij naukę
fork
momentje
rozpocznij naukę
one moment
de lepel
rozpocznij naukę
spoon
beetje
rozpocznij naukę
a little
moeilijk
rozpocznij naukę
difficult
het gaat wel
rozpocznij naukę
it’s okay
de soort
rozpocznij naukę
kind
de paella
rozpocznij naukę
paella
houd (houden) van
rozpocznij naukę
like
de mosselen
rozpocznij naukę
mussels
proef (proeven)
rozpocznij naukę
try
een beetje
rozpocznij naukę
a bit
vet
rozpocznij naukę
greasy / rich
het toetje
rozpocznij naukę
dessert
het ijs
rozpocznij naukę
icecream
vruchten (de vrucht)
rozpocznij naukę
fruit
de chocola
rozpocznij naukę
chocolate
de slagroom
rozpocznij naukę
whipped cream
zonder
rozpocznij naukę
without
alleen
rozpocznij naukę
only
de cappuccino
rozpocznij naukę
cappuccino
laat maar zitten
rozpocznij naukę
that’s fine / keep the change
laten
rozpocznij naukę
leave
de avond
rozpocznij naukę
evening
te
Willen jullie alvast te drinken bestellen?
rozpocznij naukę
to
In the meantime would you like to order something to drink?
alleen
Nemen we alleen een hoofdgerecht?
rozpocznij naukę
only/ just
Do we take only main course?
halen
Momentje, ik moet even een lepel halen.
rozpocznij naukę
bring
Moment, I need to bring a spoon.
Hoe vind je soup?
rozpocznij naukę
How do you like soup?
Een hoe is jouw salad?
rozpocznij naukę
And how is your salad?
Wat vind je van de soep?
rozpocznij naukę
What do you think of the soup?
Ik vind het heerlijk/ lekker
rozpocznij naukę
I think it's dellicious/ tasty
Het gaat wel
rozpocznij naukę
It's okay
Ik hou niet (zo) van mijn soep
rozpocznij naukę
I do not (really) like my soup
Ik vind het niet lekker
rozpocznij naukę
I do not like it (It is not tasty)
Ik vind het vies
rozpocznij naukę
I think it's gross
mag (mogen)
rozpocznij naukę
may (may)
permission
wil (willen)
rozpocznij naukę
want (want to)
moet (moeten)
rozpocznij naukę
must (must)
kan (kunnen)
rozpocznij naukę
can (can)
zal (zullen)
rozpocznij naukę
shall (shall)
Hoe duur is andijvie?
rozpocznij naukę
How expensive is endive?
Hoeveel kost een klein bakje champignons?
rozpocznij naukę
How much does a small box mushrooms cost?
Drie komkommers voor 1 euro.
rozpocznij naukę
Three cucumbers for 1 euro.
Twee paprika's voor de prijs van een.
rozpocznij naukę
Two peppers for the price of one.
Dat is dan acht dertig. Dat is dan acht euro dertig.
Dat is dan acht euro en dertig cent.
rozpocznij naukę
That's eight thirty. That is eight euros thirty.
That is eight euros and thirty cents.
Hebt u er dertig cent bij?
rozpocznij naukę
Have you thirty cents?
Hebt u niet kleiner?
rozpocznij naukę
Have you not smaller?
Dat was het?
Nee, Ik wil ook nog aardappels.
rozpocznij naukę
That was it?
No, I would also like potatoes.
Dat was het?
Ja, dat was het.
rozpocznij naukę
That was it?
That's all.
Verder/ Anders nog iets?
Ja. Een bloemkool, alstublieft.Ja. Doe ook maar knoflook.
rozpocznij naukę
Continue / Anything else?
Yes. A cauliflower, please. Yes. Put even garlic.
Doe die maar.
A: Ik heb mooi tomaten. B: Doe die maar.
rozpocznij naukę
I will take it.
A: I have beautiful tomatoes. B: I will take it.
Zeg het maar.
rozpocznij naukę
Say it.
spekjes
-s
rozpocznij naukę
bacons
nouns ending in -er, -el, -je, -e, -em and foreign
paprika's
-'s
rozpocznij naukę
peppers
nouns ending in -a, -i, -o, -u
personen (de persoon)
-en
rozpocznij naukę
people
nouns ending in vowel
Alles goed?
rozpocznij naukę
Everything good?
Hoe het met jou?
Hoe is het met jou?
rozpocznij naukę
How are you?
How are you?
prima!
rozpocznij naukę
fine!
fantastisch!
rozpocznij naukę
fantastic!
uitstekend
rozpocznij naukę
outstanding
heel goed
rozpocznij naukę
very well
hartstikke goed
rozpocznij naukę
very good
Het gaat wel
rozpocznij naukę
It's okay (samopoczucie)
niet zo (best)
rozpocznij naukę
not so (good)
niet good
rozpocznij naukę
not good
slecht
rozpocznij naukę
bad
afspraak maken
Zullen we voor zaterdag een afspraak maken?
rozpocznij naukę
Make an appointment
Shall we make an appointment for Saturday?
afspraken
Zullen we iets afspreken?
rozpocznij naukę
appointments
Shall we meet?
Ja dat kan.
rozpocznij naukę
Yes, that's possible.
Ja, dat is goed
rozpocznij naukę
Yes that is good
Nee, dat lukt niet
rozpocznij naukę
No, that does not work
Nee, ik heb al een afspraak
rozpocznij naukę
No, I already have an appointment
Nee, dan kan ik niet
rozpocznij naukę
No, I can not
Ga je mee naar
rozpocznij naukę
Wil you join me to
Heb je zin om ... te
Heb je zin om naar het park te gaan.
rozpocznij naukę
Would you like to...
Do you want to go to the park.
Ja, leuk
rozpocznij naukę
Yes Nice
Nee, ik kan niet
rozpocznij naukę
No I can not
Nee, dat vind ik niet leuk
rozpocznij naukę
No, I do not like

Musisz się zalogować, by móc napisać komentarz.